Het kiezen van de juiste maat fietskleding is van vitaal belang omdat het de topprestaties van onze kledingstukken garandeert: comfort, ademend vermogen, isolatie en tegelijkertijd bewegingsvrijheid.
Nu online shoppen steeds populairder wordt, is het van cruciaal belang onze maten te kennen omdat we niet de kans krijgen kleding te passen in een fysieke winkel. Om de vraag “Wat is mijn maat?” zo nauwkeurig mogelijk te kunnen beantwoorden, moet je je huidige lichaamsmaten kennen. Het lijkt misschien een hoop gedoe, maar het is beter een paar minuten de tijd te nemen om jezelf op te meten dan de verkeerde maat te kopen en die te moeten terugsturen.
Hoe moet je meten?
Om je maten op te nemen heb je een meetlint nodig. Als je er geen hebt, kun je als laatste redmiddel een gewoon lint of een liniaal gebruiken, maar dat is niet aan te bevelen.
Een potlood en een stuk papier zullen van pas komen om je metingen op te schrijven. Je kunt ook je smartphone gebruiken om notities te maken van de maten zodat je ze altijd bij de hand hebt.
Je moet je maten opnemen met je kleren uit. Doe het niet met een trui of een jas aan, want dan krijg je zeker een maat die te groot voor je is.
Het meetlint moet goed om je lichaam passen. Trek het niet te strak aan en laat het niet te los zitten.
Wat moet je meten?
Er zijn drie hoofdmaten: borst, taille en heupen. De eerste twee plus je romplengte helpen je bij het kiezen van kledingstukken zoals een shirt, ondershirt, vest of jack. De laatste twee plus de lengte van je binnenbeen zijn de maten die je nodig hebt voor een fietsbroek.
- Plaats het meetlint onder de oksel op het breedste gedeelte van de borstkas om je borst op te meten. Voor vrouwen moet het meetlint over de tepels gaan, nooit onder of boven de borsten.
- Om je taille te meten, meet je jezelf op het midden tussen de costale rand (ribbenkastgrens) en de bovenste rand van je bekken. Bij sommige mensen komt dit punt overeen met de navel, bij anderen ligt de navel 2-3 centimeter lager.
- Sluit om je heupen te meten je benen en meet de omtrek op het breedste gedeelte van je billen.
- Meet de romplengte vanaf de plaats waar de schouder en de hals samenkomen tot de heupen. Dit is een secundaire meting die kan dienen als een indicatie van hoe ver het kledingstuk zal reiken. Houd er rekening mee dat je op de fiets naar voren leunt en dat fietstruien, jassen, enz. een drop tail hebben, wat betekent dat de achterkant iets langer is dan de voorkant.
- Pak om de binnenbeenlengte te meten een boek en druk het tussen je dijen, waarbij het boek tot je kruis komt. Meet vanaf de bovenrand van het boek tot 4-5 cm boven de knie. Dit is ook een secundaire meting die kan dienen als een indicatie van hoe lang je fietsbroek zal zitten. Houd er rekening mee dat er korte broeken zijn die minder dij bedekken, en langere broeken die de dij bijna tot aan de knie bedekken.
Dit zijn de belangrijkste maten. Zodra je die hebt, bekijk je de maattabel van het merk om ze te vergelijken met het product, rekening houdend met deze bijzonderheden:
- Fietskleding in het algemeen, en kledingstukken zoals fietsbroeken in het bijzonder, zijn zeer elastisch en hebben een hoge weerstand. Dit laat een zekere marge toe bij de keuze van de maat.
- Stoffen krimpen niet van nature. Als je metingen tussen twee kledingmaten in liggen, kies dan altijd de kleinste maat. Je zult er geen spijt van krijgen, want fietskleding moet goed passen. Tenzij je van een ruime pasvorm houdt, zul je er spijt van krijgen als je een grote maat koopt.
- De stof is belangrijk. Het mengsel en de samenstelling van de stof bepalen de elasticiteit en de pasvorm. Zoals je weet, is lycra elastischer dan merinowol.
- Sommige kledingstukken draag je over andere. Als je een te krappe maat kiest, kun je je ingesnoerd voelen. Voorbeeld: een winddicht fietsvest dat over een jersey en een ondershirt gaat.
Ten slotte is er nog een laatste belangrijk punt waar je rekening mee moet houden:
Binnen één merk zijn er verschillende collecties van hetzelfde type kledingstuk, zoals wielershirts, die elk een andere pasvorm hebben. Hetzelfde geldt voor jeans: je vindt regular, slim, relaxed, skinny, super skinny, enz. Ook bij wielerkleding zijn er verschillende pasvormen en patronen.
De meest voorkomende namen zijn Active Fit, Performance Fit, Sport Fit, Pro Fit… het is een warboel. De sleutel is om te kijken naar de verschillen tussen collecties beschreven door het merk om te zien wat voor soort pasvorm ze bieden. Bijvoorbeeld, bij Siroko hebben we momenteel twee collecties wielershirts: M2 en SRX. Beide bieden Race Fit met een nauwsluitende snit, maar SRX is een duurdere lijn dan M2, vandaar dat de stof en snit een betere pasvorm en wat lichter zijn.
