Als de uren daglicht slinken en het winterseizoen zijn intrede doet, gaan we langzaam terug naar onze indoor fietstrainers om thuis verder te trappen. Maar, zoals Darth Vader zou zeggen: “Als je eens de kracht van de donkere kant kende”. Met de juiste fietsverlichting, de juiste kleding en een paar veiligheidsregels is de dark side niet alleen krachtig, maar ook veel leuker dan thuis voor een scherm blijven zitten.
Fietsverlichting
Ga ‘s avonds nooit fietsen zonder licht. Zorg ervoor dat je een wit voorlicht en een rood achterlicht hebt. Afhankelijk van de omstandigheden kunnen ze constant of knipperend worden gebruikt.
Het vermogen wordt gemeten in lumen. Hoe hoger het getal, hoe krachtiger het licht. Met andere woorden, meer lumen = meer helderheid.
Zorg ervoor dat je de verkeersregels kent in jouw land of het land waar je naartoe reist, en stel jezelf drie vragen om de juiste lichten te kiezen:
- Waar ga je fietsen?
- Met welke snelheid?
- Hoe lang ga je fietsen in het donker?
Afhankelijk van de antwoorden heb je meer of minder krachtige lampen nodig. De beste en krachtigste zijn duur, dus als je een krap budget hebt, kan het zijn dat je niet zo ver, zo snel en zo lang kunt rijden als je zou willen.
Als je in goed verlichte gebieden rijdt, volstaat een stadslicht om ervoor te zorgen dat je goed gezien wordt door voetgangers en andere voertuigen. Je koplamp moet minstens 100 lumen hebben voor minimale veiligheid. Meer dan 100 lumen betekent dat je gezien wordt en dat je beter ziet in slecht verlichte gebieden.
Als je naast goed verlichte gebieden ook in slecht verlichte of donkere gebieden fietst, heb je zichtverlichting nodig om het terrein voor je te verlichten. Met een koplamp van 500 lumen kan je je gemakkelijk bewegen op slecht verlichte wegen. 1000 lumen biedt goed zicht om snel te fietsen op donkere, onverlichte wegen. Alles boven 1000 biedt beter zicht.
In slecht verlichte of onverlichte gebieden is onze snelheid een belangrijke factor bij het kiezen van de juiste verlichting, aangezien onze reactietijd korter is bij hoge snelheid. Hoe sneller we de kuil of het obstakel zien, hoe sneller we kunnen reageren.
- Bij 20-25 km/u tussen 500 en 700 lumen.
- Boven 25 km/u, minimaal 700 lumen.
- Boven 30 km/u, 1000 lumen.
- Alles boven 1000 lumen helpt je beter te zien als je bergafwaarts gaat.
Op de mountainbike is het altijd een goed idee om extra verlichting en een koplamp op de helm aan te brengen om het gebied voor je te verlichten. Dit is vooral belangrijk op smalle paden of als je je waagt aan avondroutes vol afdalingen.
Drie belangrijke elementen in fietsverlichting: batterij, bevestiging en modi.
- Batterij
- Bevestiging
- Modi
Batterij
- Oplaadbaar in plaats van op batterijen.
- Lichten met ingebouwde batterij of aparte batterij.
- Laadstatusindicator om te voorkomen dat de stroom en het licht opraken.
- Tip voor noodgevallen: een set op de fiets gemonteerde lichten of een kleine externe batterij om de lichten op te laden.
Bevestiging
- De overgrote meerderheid van de lichten wordt geleverd met een bevestigingssysteem. Er zijn verschillende soorten houders: rubberen O-ringen, plastic riemen, klittenband, metalen klemmen, fietscomputerbevestigingsadapters, enz.
- Zorg ervoor dat het werkt voor je zadelpen of zadel (achterlicht), en stuur of stuurpen (voorlicht).
- Je keuze aan fietslampen kan beperkt zijn als je een speciale bevestiging nodig hebt.
- Stadslichten vereisen de eenvoudigste houders, terwijl de krachtigste, zwaarste en duurste lichten de meest complexe en bestendige houders vereisen.
Modi
- Knipperend en constant.
- Verschillende soorten knippermodi laten de lichten beter opvallen.
- Er kunnen 1, 2 of 3 verschillende intensiteiten zijn in de constante modus. Zo kan men zich aanpassen aan de lichtomstandigheden in de omgeving en vermijden dat andere voertuigen of voetgangers worden verblind.
Hoe plaats en richt je de lichten?
Je achterlicht moet je op de zadelpen of op het zadel zelf monteren. Fizik zadels hebben een geïntegreerde achterlichtbevestiging onder het zadel.
Zorg ervoor dat de lamp niet bedekt worden door de zadeltas of een ander voorwerp.
WEES VOORZICHTIG op regenachtige dagen of als je op nat en vuil terrein rijdt. Het achterlicht kan bedekt raken met vuil en nauwelijks zichtbaar worden.
De koplampen moeten iets naar beneden zijn gericht, zodat het licht op de weg wordt gericht en we het gebied voor ons kunnen zien zonder andere voertuigen of voetgangers te verblinden.
Fietskleding en -brillen
De overgrote meerderheid van de fietskleding is voorzien van reflecterende details, die vooral op deze vier punten van cruciaal belang zijn: lange fietsbroeken, schoenen, overschoenen en handschoenen.
Reflecterende details zorgen voor extra zichtbaarheid dankzij de been- en voetbewegingen.
Reflecterende handschoenen maken ons beter zichtbaar bij het maken van bochten of het verplaatsen op de weg.
Je kunt ook fietsjacks, handschoenen of vesten vinden zoals de Langkawi van Siroko, in felle, opvallende kleuren voor extra zichtbaarheid. Er zijn ook kledingstukken die volledig van reflecterende stof zijn gemaakt, ontworpen om ‘s avonds of in het donker te fietsen.
Als je kleding niet is voorzien van reflecterende details, kun je elastische reflecterende banden kopen voor je onderarmen, enkels of taille. Ze zijn erg praktisch en je kunt ze gemakkelijk online krijgen.
Vergeet niet ‘s avonds je fietsbril op te zetten. Vervang de gewone lens door een doorzichtige lens om je ogen te beschermen tegen wind, kou, vuil en insecten. Meekleurende lenzen zijn hiervoor ook geschikt.
Fiets in een groep
Het lijkt misschien gevaarlijker, maar in feite is het tegendeel waar: een groep lampjes is veel beter zichtbaar dan één enkel lampje. Doordat andere voertuigen zoveel lichten zien, nemen ze meer voorzorgsmaatregelen, wat het rijden in een groep veel veiliger maakt.
Houd je aan de verkeersregels en zorg voor een goede verstandhouding in de groep (kies fietsers met wie je gewend bent samen te rijden). De fietsers met de beste koplampen moeten voorop rijden om de andere fietsers te kunnen waarschuwen voor kuilen of problemen op de weg.
Fiets op bekende plaatsen
Hoe beter je de omgeving kent, hoe veiliger je bent. Je zult onder de indruk zijn van je vermogen om kuilen, bochten en andere eigenschappen van het terrein te onthouden. Word alleen niet te overmoedig, per slot van rekening is het donker en de bocht die gewoonlijk veel grip heeft kan nat zijn en je onaangenaam verrassen.
Zoek voor intervaltraining naar bekend, goed verlicht terrein. Zo kun je je concentreren op de inspanning en op je best presteren.
Wees voorzichtig in de schemering en bij zonsopgang
Hoewel in dit artikel de nadruk ligt op tips voor ‘s avonds, willen we de gelegenheid niet voorbij laten gaan om ook bij zonsopgang en zonsondergang voorzichtig te zijn. De zon staat op die momenten van de dag erg laag en de schittering ervan treft onze ogen recht in het gezicht. Let extra goed op, want het kan fietsers, voetgangers en automobilisten gemakkelijk verblinden.
Als je in de stad rondrijdt en de zon verblindt je, denk er dan aan dat ze ook andere bestuurders en voetgangers verblindt, dus laat alle lichten knipperend branden en concentreer je met al je zintuigen op wat er rondom gebeurt. Als je helemaal niets kunt zien, stop dan, keer om en zoek een alternatieve route. Veiligheid staat voorop.
Wij weten uit eigen ervaring dat ‘s avonds fietsen veiliger is dan het lijkt. Ten eerste omdat er meestal minder verkeer is en ten tweede omdat automobilisten ‘s avonds over het algemeen voorzichtiger zijn. We zien minder, waardoor we langzamer rijden en meer op de weg letten. Een lampje trekt ‘s avonds meer onze aandacht dan bij daglicht. Laat je dus niet afschrikken door de duisternis. Zorg voor een goede uitrusting en word een nachtfietser.
